Academici weten het al jaren: bonussen werken alleen in een voorspelbare omgeving voor gestandaardiseerde taken. In een crisis, zoals die nu wordt veroorzaakt door de coronapandemie, werkt variabele beloning averechts. Er wordt een groot beroep gedaan op creativiteit en probleemoplossend vermogen van bestuurders, maar dat wordt niet beloond.
Het systeem van prestatieafhankelijke beloning doet zijn werk dus niet. Dat geldt overigens ook als de marktomstandigheden onverwacht positief zijn en bestuurders ook voor matige prestaties uitstekend beloond worden.
Het probleem is timing. Prestatiedoelstellingen worden vooraf gesteld en zullen in een onvoorstelbare omgeving vaak veel te laag of juist onmogelijk hoog blijken. Dat geldt zeker voor de variabele beloning op lange termijn, waar de doelen drie jaar vooruit moeten worden bepaald. Zonder glazen bol moeten commissarissen
maar raden wat een uitdagend, maar realistisch prestatieniveau is.
Dat zou nog niet zo’n probleem zijn als variabele beloning bijzaak was, maar voor bestuurders van de grote Nederlandse ondernemingen is gemiddeld twee derde van het beloningspakket variabel. Bij onderpresteren krijgt de gemiddelde bestuurder alleen zijn salaris, als hij maximaal scoort bijna vijfmaal zoveel. Daarmee krijgt het prestatieafhankelijke beloningssysteem in onvoorspelbare tijden een hoog casinogehalte.
Lees het volledige artikel van Het Financieele Dagblad hier.