Deel 3 in onze serie over het nieuwe werken
Al jaren spreken we van flexibel werken, werken op afstand, oftewel het nieuwe werken. Werkgevers wilden zich onderscheiden door flexibel werken op te nemen als arbeidsvoorwaarde: “bij ons maakt het niet uit hoe laat je op kantoor komt en gaat”. Maar in de praktijk was dat vaak anders. Terugkijkend op het afgelopen half jaar, zien we dat er veel veranderd is. Organisaties werden onderworpen aan een levensechte pilot van flexibel werken. Focus Orange ging erover in gesprek met verschillende organisaties uit verschillende sectoren. Wat is hun visie op het nieuwe werken?
ABN AMRO
Luuk Sombezki, Lead Employee Experience bij ABN AMRO, vertelt dat ook de bank al veel eerder bezig was met een project genaamd ‘shaping the future of work’ wat door de Covid-situatie in een stroomversnelling is gekomen. “Thuiswerken is voor ons geen noodoplossing. Het wordt door medewerkers als enorm positief ervaren. We plukken de vruchten van onze agile transitie van 5-6 jaar geleden waardoor onze managers nu wendbaarder zijn en zich sneller hebben kunnen aanpassen in de nieuwe situatie. Onze mensen werkten voor de pandemie een halve tot een hele dag in de week thuis. Ik verwacht dat dat structureel naar drie á vier dagen gaat.” ABN AMRO luistert nauw naar de behoeften van medewerkers in het nieuwe normaal die ze via herhaaldelijke Pulse Surveys onderzoeken.
De RAI
Beurzenorganisator RAI, waar de fysieke ontmoeting een veel grotere rol speelt dan bij de bank, ziet ook veel potentie in het thuiswerken maar zéker niet voor 80%. Jules Broex, directeur Operations, zegt: “We hebben geleerd dat er veel meer mogelijk is dan we dachten. De manier van werken is meer output gedreven en de verantwoordelijkheid ligt bij de mensen zelf. We willen medewerkers dan ook stimuleren hun eigen keuzes te maken over welke momenten zij naar kantoor gaan afhankelijk van de functie en de aard van de afspraak.” Omgevingsmanager Rik Hoogendoorn vult aan: “Het kantoor gaat niet verdwijnen, het verandert alleen in vorm en functie. Wij zullen het kantoor meer als een ontmoetingsplek gaan zien. En niet alleen voor onze medewerkers maar ook voor bezoekers, klanten en buurtbewoners.”
DCV Groep
Joep Dirckx van bouwbedrijf DCV zegt dat ook in zijn sector thuiswerken niet altijd kan. “Het is afhankelijke van de sector en de functie. Het is bijvoorbeeld niet ideaal om een overleg waarbij je met z’n allen over een bouwtekening hangt via videobellen te laten plaatsvinden, of om dat vanuit huis te doen aan de te kleine keukentafel. Wat wel zeker gaat veranderen zijn de meetings met verschillende partijen die uit heel Nederland komen omdat we gemerkt hebben dat dat ook online zijn doorgang vindt”.
Het uiteindelijke doel van alle organisaties is een omgeving te creëren waarin iedereen het beste uit zichzelf kan halen. En voor elk bedrijf is het optimum tussen thuis en op kantoor werken anders. De verschillende vormen van flexibel werken die organisaties gaan aannemen zullen vermoedelijk een ander type medewerkers trekken. Wordt flexibel werken dan nu eindelijk écht onderdeel van de EVP waar organisaties zich mee kunnen onderscheiden?